Sportbond, maak geen sport van je reputatie

basic1-114_user_man Redactie IVRM

Sportbonden liggen door incidenten onder een vergrootglas. Ging het voorheen alleen om de bureaucratie binnen een bond en het declaratiegedrag van bobo’s, tegenwoordig stellen misstanden als seksuele intimidatie, matchfixing en het gebrek aan inclusiviteit bondsbestuurders voor grote uitdagingen.

28 juni 2021 – Nu de financiering mede afhankelijk gaat worden van de maatschappelijke impact die een sportbond heeft, wordt het voor bonden tijd om de eigen reputatie onder de loep te nemen. Sportbond, maak geen sport van je reputatie, maar verhoog je reputatiewaarde.

Bobo als koosnaam

BOnds BOns is een spotnaam voor een bondsbestuurder. Ruud Gullit gebruikte de term bobo in 1988 in een interview om zijn ergernis te uiten over de (naar zijn idee te) prominente aanwezigheid van bestuurders van de voetbalbond tijdens het EK voetbal. Sindsdien wordt de term bobo bijna als koosnaam gebruikt. Een bond en diens bestuurders zijn in de ogen van de sporter, de vereniging en de sportliefhebber soms hinderlijk, maar vooral ook nodig. Net zoals de legitimiteit van vakbonden ter discussie staat, wordt er ook getornd aan het bestaansrecht van sportbonden. Bondsbestuurders moeten de toegevoegde waarde van de bond inzichtelijk maken en deze uitventen. Recente misstanden spelen de bond dan niet in de kaart.

Misstanden

De misstanden die nog vers in het geheugen liggen, hebben plaatsvonden in de turnsport, waarin jonge meisjes op z’n zachtst gezegd ongepast zijn behandeld. De KNGU (turnbond) gaat naar aanleiding van het rapport dat eind april 2021 verscheen over misstanden in de turnsport kijken hoe slachtoffers een schadevergoeding kunnen krijgen. Naast de erkenning van fouten en het leed van de slachtoffers is het net zo belangrijk om een verbeterplan op te stellen en daar naar te handelen, om herhaling te voorkomen. Helaas is de turnbond niet de enige bond met wie het kwaad kersen eten is. Denk ook aan de jarenlange vete tussen judoka Juul Franssen en de judobond. Franssen wil niet op een centrale locatie in Papendal trainen. De judobond eiste dat wel en besloot haar niet meer in te schrijven voor internationale wedstrijden. Daarop stapte Franssen naar de rechter. De judoka won de zaak begin mei 2017. Recenter is het bezwaar van judoka Kim Polling tegen de keuze van de selectiecommissie van Judo Bond Nederland (JBN) om Sanne van Dijke aan te wijzen voor de Olympische Spelen. Al kan de judobond het in dit geval nooit goed doen, er is toch weer negatieve publiciteit.

Reputatieschade

Een sportbond kan dus worden geconfronteerd met reputatieschade. Dit kan komen door het gedrag van sporters (denk aan de dopingschandalen in met name het wielrennen), het gedrag van coaches (zoals hierboven beschreven in de turnsport) of het gedrag van de bond zelf (denk aan de KNVB die vorig jaar tijdens corona als tandeloze tijger acteerde; de koepelorganisatie FIFA deed het zo mogelijk nog slechter). Het monitoren van de berichtgeving over alle facetten die met de sport te maken hebben, is essentieel om de reputatie van de bond (en de sport als geheel) te beschermen. Bovendien moet een bond qua crisisbeheersing en –communicatie een plan hebben liggen, zodat er meteen kan worden geacteerd bij een issue of crisis.

Financiering

De basisfinanciering, die gebaseerd was op ledenaantal, gaat veranderen. Vanaf 2024 wordt voor de verdeling van het jaarlijkse budget vanuit NOC*NSF o.a. ook de maatschappelijke impact meegerekend. Wil een sportbond aanspraak maken op financiering, dan moet de bond aan minimale kwaliteitseisen voldoen. Maatschappelijke impact wordt onderdeel van de Minimale KwaliteitsEisen (MKE). Dit betekent dat de sportbond werk moet maken van het thematisch bouwen aan de eigen reputatie. De mate van representativiteit is hierbij een essentieel onderdeel.

Representativiteit

De volgende vraag staat centraal: is de sportbondbond representatief voor de sport en diens sporters, inclusief clubs & verenigingen? Met andere woorden, voelen sporters, sportclubs en –verenigingen zich vertegenwoordigd door de sportbond? Een goede bond houdt voeling met de directe achterban. Als de achterban zich niet gehoord voelt, dan dreigt afsplitsing met alle negatieve gevolgen van dien, zowel qua directe invloed als qua reputatie. De reputatie van een sportbond bestaat dus uit een aantal reputatiefactoren. Factoren die de bond allemaal mee moet nemen in het te voeren reputatiebeleid.

Reputatiefactoren

Deze reputatiefactoren zijn relevant voor een sportbond: leiderschap, prestatie, wendbaarheid, werkomgeving en relevantie/representativiteit. Hoe gaat een sportbond om met de aangesloten verenigingen en sporters? Geeft de sportbond zijn visie op de thema’s die ertoe doen, zoals: veiligheid, vitaliteit, duurzaamheid en inclusiviteit? Luistert de bond naar zijn omgeving en acteert de bond daar vervolgens adequaat op? Hoe stimuleert de bond een veilige (werk)omgeving? Allemaal relevante vragen waar de sportbond een antwoord op moet kunnen geven.

Meet, weet en acteer

Om te weten waar je naartoe gaat, moet je eerst weten waar je staat. Een kwalitatief stakeholderonderzoek maakt inzichtelijk hoe er over de bond (en de sport) wordt gedacht en wat de verwachtingen zijn. Op basis van de uitkomsten van het stakeholderonderzoek moet een reputatiestrategie worden geformuleerd en een actieplan worden opgesteld, met daarin concrete acties per reputatiefactor. Door vervolgens in woord en daad te werken aan de thematische invulling van de maatschappelijk impact die de bond heeft, wordt de financiering veiliggesteld, is de bond beter geëquipeerd om missstanden te beslechten en verhoogt de sportbond zijn reputatiewaarde.

Proactief aan je eigen reputatie werken?

Wil je proactief aan je eigen reputatie werken? Neem dan gerust contact met ons op. Onze reputatiedeskundigen maken inzichtelijk aan welke knoppen je moet draaien, zodat je reputatiewaarde stijgt en je bestaansrecht wordt geborgd.

  • Alles op deze site mag eindeloos gedeeld en gebruikt worden