Divibokaal: de schadelijke blindheid van NOS-baas Gelauff voor zijn eigen kleur
De reactie van hoofdredacteur Marcel Gelauff op de Divibokaal-ophef is schadelijker voor de reputatie van de omroep dan de bokaal zelf. Het toont hoe je als leider een externe doelstelling open en actief moet uitdragen en ook intern consequent moet naleven. En dat streven naar diversiteit zinloos is als je als leider zelf niet genoeg diversiteit om je heen verzamelt. In de zoektocht naar meer diversiteit maken NOS-journalisten gebruik van een Divibase, een database met daarin vermeld het geslacht en etniciteit van bronnen. Hoewel deze als discriminerend te beschouwen bakken vast ook op de bureaus van andere redacties en castingbureaus te vinden zijn, is de onthulling voor een publieke omroep met voorbeeldrol toch extra pijnlijk.
Applausjes voor jezelf
Wat extra kritiek veroorzaakte was de Divibokaal die journalisten elkaar onderling uitreikten voor diversiteit in bronnen en invalshoeken voor een item. Terecht, want het is applaus voor jezelf over de rug van een ander. Gelauff, die de bokaal eerst nog verdedigde, bagatelliseert de bokaal daarna als ‘geen belangrijk en groot ding’. Dat geeft vooral aan hoe hij er zelf naar kijkt.
Zijn opmerking ‘als je constateert dat er zoveel mensen zijn die dit als fout zien, dan moet je ermee ophouden’ is net zo stuitend. Wie zelfs niet zijn fout kan erkennen als mensen uit de beoogde doelgroepen woedend zijn en daarna nog steeds denkt dat je zo zorgt voor ‘een meer representatief beeld van de berichtgeving’, is blind voor zijn eigen witte blik. Als werkgever en leidinggevende van de NOS schiet je zo ook tekort in je streven een voorbeeldrol te willen vervullen.
Duidelijk en open communiceren
Wat nu? Als een publieke omroep bewust kiest voor meer diversiteit, kan deze daar het beste duidelijk en open over communiceren. Kritiek houd je vermoedelijk altijd, maar je kunt dan je argumenten laten spreken. Laat ook actief zien hoe je werkt aan een bredere representatie van het nieuws. In je ‘Achter de schermen’-items, op sociale media en met je opinies in andere (dan de eigen) media. Maak duidelijk wat je doelen zijn, hoe je tot je keuzes komt en wie je daarbij betrekt.
Blijf vooral in gesprek met de mensen die je onder-gerepresenteerd vindt of die zich zo voelen. Gelauff stelt dat het ‘altijd begint met expertise en inhoud’. Prima, maar betrek de specialisten van wie je een bijdrage wilt dan ook bij je aanpak. Vertel waar je mee bezig bent en vis ze niet onwetend uit de Divibak voor een quote of opinie. Zo hoeft iemand als Özcan Akyol zich niet gereduceerd te voelen tot zijn afkomst. Hij heeft dan ook de keuze om wel of niet bij te dragen aan je streven.
Quotum tegen eigen bias
Wat verder nog bijdraagt is het voeren van een actiever divers personeelsbeleid, op alle niveaus. Een bindend vrouwenquotum voor de top van het Nederlandse bedrijfsleven is niet ver weg. Een diversiteitsquotum is met het streven van de NOS goed verdedigbaar. Het leidt tot meer variëteit in het nieuws en meer zichtbaarheid van anchormannen en -vrouwen die ‘de samenleving in de breedte representeren’. Bovendien verklein je zo pas echt de bias van een eigen dominante witte blik.
Bron: AD